In het februarinummer van Hollands Maandblad verscheen een artikel van Charlotte
Goulmy over Hans Goedkoop die werkt aan een biografie van Renate
Rubinstein. Goulmy vertelt in het artikel dat ze tijdens haar studie het plan
had opgevat om op Renate Rubinstein te promoveren. In 1994 verzocht ze de erven
Rubinstein om toegang te krijgen tot Renates nalatenschap. Dit verzoek werd
afgewezen omdat Hans Goedkoop al was aangezocht om een biografie van Rubinstein
te schrijven. Inmiddels is het tweeëntwintig jaar later en is Goedkoops
biografie nog altijd niet verschenen.
Goulmy wijst in haar artikel op Goedkoops in 2015 verschenen boekje Iedereen
was er. Ik heb over dit boekje al eerder geschreven. Interessant is dat het
artikel van Goulmy nagenoeg dezelfde titel heeft als mijn stuk en dat zij, net
als Hans Goedkoop overigens, de emigratiezwendel van Friedrich Weinreb niet
helemaal juist dateert. Het is Goulmy inmiddels ‘indirect’ duidelijk gemaakt
dat ze nooit toestemming zal krijgen om de nalatenschap te bestuderen. Om het
probleem van de onvoltooide biografie eindelijk op te lossen, stelt ze voor dat Hans
Goedkoop zich terugtrekt en dat iemand anders het werk overneemt.
Gisteravond was ik in Delft waar Hans Goedkoop in de Waalse Kerk een lezing gaf
over Renate Rubinstein. Hij ging daarbij in op de kwestie van het uitblijven
van de biografie. Hij vertelde dat er al verschillende keren meewarige
opmerkingen over zijn gemaakt. Ook zijn vrienden beginnen er nog wel eens over.
Goedkoop vertelde dat hij bij het schrijven van zijn in 1996 verschenen biografie
van Herman Heijermans op een gegeven moment in Heijermans’ leven een lijn zag
die begon in de jeugd en doorliep tot de dood. Die lijn zorgde ervoor dat
Goedkoop deze biografie sneller heeft kunnen voltooien dan die van Renate
Rubinstein omdat zo’n duidelijke lijn bij haar ontbreekt: haar leven is vanaf
haar jeugd een aaneenschakeling van losse aanzetten. Renate kon haar draai niet
vinden en was zich daarvan bewust.
Volgens Goedkoop werd pas midden jaren zeventig helder wie Renate eigenlijk was
en waar ze toe in staat was. Hij hield zelfs rekening met het feit dat Renate
op de avond die in Iedereen was er wordt beschreven, voor het
eerst zelf de lijn in haar leven zag. ‘Kan ik u dat aandoen?’ vroeg Goedkoop
aan het publiek in Delft. ‘Welke lezer brengt daar het geduld voor op?’
Goedkoop vertelde nog steeds op zoek te zijn naar een vorm om de lezer bij de
les te houden, terwijl nog niet duidelijk is welke les dat is.
Opvallend was dat Goedkoop tot twee keer toe vertelde dat hij al zo’n vijftien
jaar aan de biografie werkt, terwijl hij de opdracht al
in 1993 kreeg. Blijkbaar is de nalatenschap een kleine tien jaar onaangeroerd
gebleven. Verder was het interessant dat Goedkoop opmerkte dat de erven niet
wilden dat iedereen zo maar in het ongeordende archief kon kijken. Charlotte
Goulmy beweert in haar artikel dat Renates nalatenschap juist overzichtelijk is
gerangschikt.
Na afloop van de lezing vroeg ik Hans Goedkoop wat hij vond van het artikel in
Hollands Maandblad. Hij reageerde verbaasd en zei niets van het artikel te
weten. Het was kennelijk niet aan hem doorgegeven. Ik liet hem het nummer van
Hollands Maandblad zien, hij keek het artikel met belangstelling even door, gaf
het aan mij terug en zei dat hij zou proberen om zelf een exemplaar in handen te
krijgen. Hoewel Goedkoop in Delft duidelijk aangaf waar de moeilijkheden in
zijn werk liggen, maakte hij als biograaf een zelfverzekerde indruk. Het lijkt
me dan ook niet waarschijnlijk dat hij de opdracht om de biografie van Renate
Rubinstein te schrijven uit handen zal geven.